Type maatregelen
|
|
Piekuur-intensiteit |
Rijbaan-breedte |
Omgevings-kenmerken |
Type verkeer |
|
Beurtelingse doorgang (versmalling) |
250-1000 mvt/u |
min. 4,50 m |
n.v.t. |
n.v.t. |
|
Dubbele asverschuiving (chicane) |
tot 250 mvt/u |
min. 4,50 m |
geen parkeer-druk op straat |
- geen reguliere buslijn - geen vrachtroute |
|
Rijbaankussen |
tot 400 mvt/u |
min. 6,00 m om twee inrichtingen naast elkaar te leggen |
geen woningen tot op 25 m van de inrichting |
- meest geschikte fysieke remmer op wegen met regulier busverkeer - max. 5% aandeel grote voertuigen |
|
Snelheids-informatiebord |
n.v.t. |
n.v.t. |
toestel moet zonlicht kunnen krijgen |
n.v.t. |
|
Zone-signalisatie (poorteffect) |
n.v.t. |
n.v.t. |
overgang naar een andere ruimtelijk-verkeerskundige sequens |
n.v.t. |
Uiteraard kunnen meerdere type-oplossingen gecombineerd worden. Zoals een rijbaankussen met beurtelingse doorgang. Of een beurtelingse doorgang met zonesignalisatie.
Rijbaankussen
Het voordeel van rijbaankussens is dat ze minder hinderlijk zijn voor het openbaar vervoer en voor vrachtwagens, terwijl de andere voertuigen (uitgezonderd tweewielers) verplicht zijn eroverheen te rijden en dus te vertragen.
Uit metingen bij vorige verkeersplannen is al gebleken dat rijbaankussens zeer effectief zijn in het verlagen van de snelheid tot 50 à 75 m van het kussen als deze gecombineerd wordt met een beurtelingse doorgang. De vormgeving en locatie van een rijbaankussen moeten voldoen aan enkele wettelijke voorschriften. Zo moeten ze steeds op 15 m van een kruispunt liggen. Twee rijbaankussens mogen pas naast elkaar geplaatst worden (één per rijstrook) als de rijbaanbreedte minstens 6 meter bedraagt.
In dichtbebouwde gebieden leiden rijbaankussens vaak tot klachten over geluidshinder. Het is daarom niet aangewezen om rijbaankussens te plaatsen in de onmiddellijke nabijheid van woningen.
Beurtelingse doorgang (versmalling)
Versmallingen die ervoor zorgen dat verkeer een beurtelingse doorgang krijgt, zijn effectief bij intensiteiten tussen 250 en 1.000 per uur. Bij intensiteiten tussen 100 en 250 voertuigen per uur zijn ze enkel effectief tijdens piekmomenten. Bij lage intensiteiten is de kans klein dat er voorrang moet verleend worden aan een tegenligger, waardoor bestuurders meestal vlot doorheen de versmalling kunnen rijden. Bij hoge intensiteiten kunnen er wachtrijen ontstaan die terugslaan tot omliggende kruispunten. De voorrang aan de versmalling wordt geregeld met voorrangsborden B19 en B21.
Dubbele asverschuiving (chicane)
Twee hindernissen aan weerszijden van de rijweg zorgen ervoor dat alle verkeer snelheid moet minderen om te slalommen. Als de hindernissen op zodanig korte afstand van elkaar liggen (minder dan 20 m) dat twee voertuigen elkaar niet kunnen kruisen tussen de hindernissen, dan wordt de voorrang geregeld met voorrangsborden B19 en B21.
Chicanes worden toegepast op wegen met beperkte intensiteiten, tot 1.000 à 2.500 voertuigen per dag, met name in woonstraten.
Zonesignalisatie (poorteffect)
Op de grens van snelheidszones kan bovenop een verandering in wegbeeld (ruimtelijk en verkeerstechnisch) met signalisatie de overgang in snelheidsregime duidelijk gemaakt worden, i.e. een zogenaamd poorteffect. Naargelang de plaatsgesteldheid kan dit met of zonder fysieke remmers.
Snelheidsinformatiebord
Soms blijft een snelheidsinformatiebord (‘smileybord’ of preventieve snelheidsradar) als enige optie over. Hoewel een snelheidsinformatiebord geen fysieke remmer is, sensibiliseert het bestuurders wel om hun snelheid aan te passen aan het snelheidsregime.
Een meerderheid van de weggebruikers ervaart deze maatregel als positief en verklaart te vertragen wanneer zo’n toestel aangeeft dat te snel gereden wordt. Helaas zijn er ook weggebruikers die zo snel mogelijk voorbij deze radars rijden in een poging om snelheidsrecords te breken. Om dat spelletje tegen te gaan, kan het toestel zo worden afgesteld dat er geen waarden van meer dan 20 km/u boven de toegestane maximumsnelheid weergegeven worden. Een mogelijke oplossing bestaat erin alleen de negatieve smiley te tonen die aangeeft dat de snelheid te hoog is.
Knips zijn afsluitingen voor gemotoriseerd verkeer. Het is de meest effectieve maatregel om sluipstromen uit een wijk of mobiliteitskamer te weren. Voetgangers en tweewielers kunnen steeds doorheen een knip (vandaar de naam ‘verkeersfilter’). De hindernissen (doorgaans plooibakens) worden op 1,60 m van elkaar geplaatst zodat een (buitenmaatse) fiets met voldoende comfort ertussen kan.
Knips moeten goed voorgesignaleerd worden met permanente (F45b) en tijdelijke signalisatie (“gewijzigde verkeerssituatie”, omleiding) zodoende dat sluipverkeer de geknipte straat/wijk niet tevergeefs inrijdt, maar meteen de geëigende route neemt.
Voorrangsregeling
Fietsoversteekplaatsen
