Deel op facebook
Deel op X
Deel op facebook
Deel op X

Basisprincipes

Voor de verschillende stadsdelen vertrekken we steeds vanuit het principe van mobiliteitskamers.

Om de doelstellingen van het verkeersplan te behalen is het belangrijk dat we acties en maatregelen voorstellen die hieraan bijdragen. Om de verkeersveiligheid, woonkwaliteit en duurzame mobiliteit in Genk-Centrum en Bret-Gelieren te stimuleren, kiezen we ervoor om op wijkniveau te werken met ‘mobiliteitskamers’.

Deze mobiliteitskamers zijn ontworpen om de verblijfsfunctie binnen onze woonwijken te versterken. De openbare ruimte staat in teken van de mens, voetgangers en fietsers kunnen zich veilig doorheen de woonwijken verplaatsen. Auto’s zijn nog steeds welkom maar enkel als ze in de woonwijk moeten zijn, zo voorkomen we dat autoverkeer door onze woonwijken sluipt. Hierbij wordt het Fix the Mix-concept van Fietsberaad gevolgd.

Bij de indeling van de mobiliteitskamers houden we maximaal rekening met de gewenste ruimtelijke structuur en de hoofdroutes van het openbaar vervoer en het gemotoriseerde verkeer. De (oversteek)barrières die de mobiliteitskamers begrenzen zijn de drukke lokale verkeersassen en andere fysieke barrières zoals autosnelwegen, spoorwegen, kanalen, etc.

-          De E314, Westerring, Oosterring-Europalaan, Zuiderring en Wiemesmeerstraat zijn wegen van bovenlokaal niveau. Zij vormen de interlokale mazen.

-          De Europalaan (tussen Westerring en Oosterring), Jaarbeurslaan-E.Cyclistenlaan, Hoogstraat-G.Bijnenslaan, Weg naar As en Bochtlaan-E.Coppéelaan zijn lokale gebiedsontsluitingswegen. Dit zijn de belangrijkste invalsassen die het verkeer van beide stadsdelen ontsluiten en verzamelen richting het bovenlokaal wegennet.

-          De Cityring (Dieplaan-Berglaan), Mosselerlaan, Nieuwstraat, Collegelaan, Herenstraat en Richter zijn de lokale wijkontsluitingswegen. Zij verzamelen het verkeer op wijkniveau naar de gebiedsontsluitingswegen en bovenlokale wegen.

De indeling van de mobiliteitskamers, rekening houdend met de hoofdroutes van het openbaar vervoer en het gemotoriseerde verkeer, zijn op onderstaande kaart terug te vinden.

STOP-principe

Wat is het STOP-principe?

Stappers, trappers, openbaar en gemeenschappelijk personenvervoer zijn, in die volgorde, de te verkiezen vervoermiddelen om tot een duurzame mobiliteit te komen.

Het STOP-principe staat voor de rangorde van vervoermiddelen, die vertrekt vanuit de Stappers (voetgangers), Trappers (fietsers) en Openbaar (en collectief, maar ook gedeeld) vervoer en eindigt bij de minst wenselijke mobiliteitsvorm, de Privé gemotoriseerd vervoer.

 

Waarom het STOP-principe

Het STOP-principe is gebaseerd op de vaststelling dat het individueel gemotoriseerd vervoer het meest gebruikte vervoermiddel is en tegelijk ook de grootste impact heeft op heel wat vlakken zoals klimaat, luchtkwaliteit, geluid, ruimte-inname, verkeersveiligheid, congestie …

Een modal shift richting Stappen, Trappen of Openbaar vervoer kan heel wat problemen veroorzaakt door ons mobiliteitssysteem laten verdwijnen of verlichten.

Heel wat mobiliteitsplanners en ruimtelijke planners uit binnen- en buitenland geven duidelijk aan dat de prioriteit voor actieve weggebruikers enorm belangrijk is. In een interview met Mo* Magazine zegt Brent Toderian, gerenommeerd Urban Planner uit Canada: ‘Het is eenvoudig. Zet wandelen bovenaan op je prioriteitenlijst en autovervoer onderaan, met daartussenin fietsen en openbaar vervoer en richt je stad volgens die principes in. Mensen zullen wandelen, fietsen en de bus nemen’.

Deel op facebook
Deel op X